Rijksmiddelen Duurzaamheid & Energietransitie
De gemeente heeft met de instelling van de bestemmingsreserve Duurzaamheid en energietransitie een goede mogelijkheid geschapen om forse eerste stappen te zetten in de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Het daarvoor beschikbaar gestelde bedrag van 46 miljoen is echter gelet op de uitdaging en de prominente regierol die de gemeente, gedurende 30 jaar, daarin heeft niet toereikend. De opgave waarvoor gemeenten staan kan derhalve niet zonder extra financiële steun van het Rijk worden waargemaakt. Daartoe is landelijk geïnventariseerd met welke uitvoeringskosten lagere overheden rekening moeten houden. De mate waarin het Rijk voornemens is met extra middelen de gemeenten te ondersteunen en faciliteren is echter nog onduidelijk. Naar verwachting neemt een nieuw kabinet daarover op zijn vroegst in 2022 een besluit. De verwachting is, dat dankzij de bestemmingsreserve de (financiële risico’s) voor de komende jaren beperkt zullen zijn, zeker als het Rijk lokale overheden in de uitvoeringskosten compenseert.
Beheerplan civiele constructies en beschoeiingen 2022-2026
Dit jaar (2021) wordt gewerkt aan de actualisatie van het onderhoudsplan Civiele kunstwerken. Hierin worden ook de beschoeiingen meegenomen. Voorzien wordt dat de actualisatie van dit beheerplan extra vervangingsinvesteringen voor met name beschoeiingen met zich meebrengt. De beschoeiingen zijn de afgelopen jaren wel onderhouden, maar inmiddels aan het eind van de levensduur en daarom aan volledige vervanging toe. Hiervoor is in de begroting onvoldoende rekening mee gehouden.
Omdat deze actualisatie nog moet worden becijferd, is het niet mogelijk op dit moment de concrete financiële consequenties op te nemen.
Daarom worden deze vervangingslasten voorlopig hier als risico benoemd.
Bovengrondse aanpassingen voorzieningen bij projecten
Bij de voorbereiding van werkzaamheden in de openbare ruimte worden de bewoners en andere belanghebbenden door middel van burgerparticipatie betrokken om mee te denken over de werkzaamheden. Hier kunnen zij aangeven, binnen de kaders die daarvoor gelden, welke extra aanpassingen zij graag zien in voorzieningen zoals groen, wegen en verkeersverbeteringen. Binnen de bestaande budgetten voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte is hier standaard een relatief klein budget (€ 25.000) beschikbaar om in te gaan op redelijke wensen van bewoners.
De kosten voor bovengrondse aanpassingen mogen namelijk op basis van de regelgeving niet gedragen worden uit de baten van rioolheffing.
Eind 2020 is een uitvoeringsprogramma opgesteld dat voorziet in het uitvoeren van 16 rioolprojecten in de periode 2021 tot en met 2026 (totale omvang ca. € 35 miljoen). In deze kosten zit wel het herstel van de openbare ruimte in de oorspronkelijke staat, maar niet eventuele extra kosten van de verbetering van de openbare ruimte. Voor deze grootschalige projecten ontvangt de raad te zijner tijd separate investeringsvoorstellen, waarbij ook inzicht gegeven zal worden in de extra kosten als gevolg van de inbreng vanuit de burgerparticipatie. De verwachting is dat het beschikbare budget voor aanpassingen onvoldoende is voor deze projecten.
Indien de raad te zijner tijd instemt met deze verwachte wensen die voortvloeien uit burgerparticipatie en de daarmee gepaard gaande verbetering van de openbare ruimte, dan leidt dat tot nadelige financiële effecten ten opzichte van wat nu in de meerjarenbegroting is opgenomen. Dit kan naar verwachting oplopen tot jaarlijks ca. € 140.000 hogere kapitaallasten.